/ Behandelingen

Wat is strabisme

Het is een frequente aandoening ( 4%), die gekenmerkt wordt door een stoornis in de werking van de oogspieren, die toelaten het oog te bewegen. Daardoor kunnen de hersenen niet beide ogen tegelijkertijd rechthouden.

Het ‘los staan’ komt dus neer op het niet met de 2 ogen kunnen richten op een punt in de ruimte.

Hierdoor ontstaat er een dubbelbeeld. Bij kinderen met scheelzien zullen de hersenen dit beeld wegfilteren zodat zij niet dubbel zien. Men spreekt hier van supressie. Dit zorgt ervoor dat de kinderen zelf geen last hebben van het scheelzien, maar zal wel de kans op amblyopie ( = lui oog) vergroten. Ook het dieptezicht kan hierdoor in mindere mate ontwikkelen.
Bij volwassenen met een recent ontstaan strabisme zal er wel sprake zijn van diplopie ( = dubbelzien ).

Mogelijke oorzaken

Soorten scheelzien

Er zijn verschillende soorten scheelzien, hieronder staan de meest voorkomende in een afbeelding
• Esotropie (oog naar binnen)
• Exotropie (oog naar buiten)
• Hypertropie (oog naar boven)
• Hypotropie (oog naar onder)

Deze kunnen zowel manifest, intermittent als alternerend voorkomen.
• manifest: het strabisme is steeds aanwezig, er wijkt dus altijd 1 oog af
• intermittent: het strabisme is niet steeds aanwezig. Soms staan de beide ogen recht, soms wijkt 1 oog af.
• Alternerend: het is niet steeds hetzelfde oog dat afwijkt. Soms kijkt het linker oog scheel, dan weer het rechter oog. Bij deze vorm is de kans op amblyopie kleiner.

Het eerste onderzoek

Het onderzoek gebeurt best zo vroeg mogelijk, dwz van zodra het scheelzien ontdekt wordt. Er mag wel gewacht worden tot het kind ongeveer 6 maand tot één jaar oud is afhankelijk van de graad van wegdraaien. Een vroegtijdige behandeling heeft veel meer kans op succes.

In de eerste maanden ontwikkelt het gezichtsvermogen van een baby zich zeer snel, het krijgt ook enorm veel visuele informatie van zijn omgeving.
Ook tijdens de kinderjaren blijft het visuele systeem van het kind zich ontwikkelen. Er is wel een voorwaarde voor de goede ontwikkeling van het zicht bij een kind : dit is het normaal functioneren van de ogen. Als er sprake is van een stoornis in de ogen kan het gezichtsvermogen op een zelfde niveau blijven of zelfs achteruitgaan, dan spreekt men van een amblyopie . Rond de leeftijd van 10 jaar is het visuele systeem volledig ontwikkeld en kan er dus daarna geen verbeteringen meer kunnen optreden.

Als het scheelzien pas op latere leeftijd ontstaat leidt dit niet tot een lui oog, omdat de hersenfuncties al volledig ontwikkeld zijn. Wel zal de patiënt dubbel zien omdat het beeld van het scheelziende oog niet meer kan worden onderdrukt en men dus twee beelden zal zien.
Het scheelziensonderzoek gebeurt door een orthoptist , die een uitgebreid onderzoek doet naar de stand en de samenwerking van de ogen. De oogbewegingen worden ook onderzocht en de gezichtsscherpte wordt bepaald. De orthoptist onderzoekt en behandelt (indien mogelijk) scheelzien, een lui oog, dubbelzien, hoofdpijnklachten en leesproblemen. Wanneer de klachten op het terrein van een ander specialisme liggen, adviseert de orthoptist de oogarts of huisarts voor verdere verwijzing.

De orthoptist is een paramedicus die op een oogheelkundige polikliniek van een ziekenhuis of in een oogartsenpraktijk werkt. De titel orthoptist is wettelijk beschermd. Er zijn vaste spreekuren op onze orthoptische afdeling.